Waar geschiedenis nog gewoon in gebruik is

Philadelphia is een van de oudste steden van de Verenigde Staten en voelt tegelijkertijd verrassend actueel. De stad werd in 1682 gesticht door William Penn en groeide al snel uit tot een belangrijk politiek en economisch centrum. In de 18e eeuw speelde Philadelphia een hoofdrol tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Het was hier dat in 1776 de onafhankelijkheidsverklaring werd ondertekend, en enkele jaren later de Amerikaanse grondwet. Niet in een statige zaal vol glans en spotlights, maar in een houten gebouw waar je vandaag gewoon in spijkerbroek en sneakers naar binnen kunt.

Wat opvalt, is dat veel van die historische plekken nog midden in het dagelijks leven staan. Independence Hall ligt gewoon naast een schoolplein. De First Bank of the United States is geen drukbezocht monument, maar een gebouw waar mensen op de traptreden hun lunch eten. Het verleden hangt hier niet als een decor over de stad, maar leeft er op een stille, vanzelfsprekende manier in door.

Philadelphia heeft zich in de loop van de tijd ontwikkeld tot een stad van makers en doeners. Industriële bloei in de 19e eeuw bracht arbeiders uit heel Europa naar deze stad, en dat zie je terug in de verschillende wijken. Italiaans, Joods, Iers, Afro-Amerikaans: elke gemeenschap heeft zijn stempel gedrukt op het straatbeeld, de keuken en de lokale gewoontes. Die diversiteit maakt de stad geen mozaïek maar eerder een stevige stoofpot – alles is vermengd, zonder dat het zijn eigenheid verliest.

Buiten de platgetreden paden

Wie iets verder kijkt dan de bekende highlights, ontdekt in Philadelphia plekken die nergens anders zo aanvoelen. Zoals Elfreth’s Alley, de oudste continu bewoonde straat van Amerika. Hier loop je over keien tussen huizen die al sinds 1720 bewoond zijn. Geen openluchtmuseum, maar gewoon mensen die hun hond uitlaten of hun planten water geven.

Een andere bijzondere plek is de Italian Market in South Philly. Dit is geen opgeleukte foodhall met neonletters, maar een reeks marktkramen en winkels langs 9th Street waar nog steeds hele families werken. Je koopt er olijven, kazen, verse pasta of een stevige sandwich, terwijl je tussen de locals staat te wachten.

Voor wie houdt van vreemde mengvormen is de Eastern State Penitentiary een aanrader: een voormalige gevangenis in neogotische stijl, ooit de modernste van het land. Tegenwoordig is het een museum dat op indrukwekkende en nuchtere wijze laat zien hoe gevangenissen veranderden door de jaren heen.

In de wijk Fishtown, ooit een wijk van vissers en fabrieksarbeiders, vind je nu kleine muziekpodia, designwinkels, bakkerijen en microbrouwerijen. Niet alles is opgepoetst, en juist daardoor voelt het als een wijk die nog in beweging is. Hier kun je op een vrijdagavond zonder reservering ergens binnenlopen, en verrassend goed eten of live muziek horen.

Groener dan je denkt

Voor een stad met meer dan anderhalf miljoen inwoners heeft Philadelphia opvallend veel groen. Fairmount Park is het grootste stadspark van de VS als je het als geheel meet, en dat merk je aan alles. Het park bestaat uit meerdere delen, verspreid over de stad, en biedt ruimte voor wandelen, fietsen, roeien en zelfs paardrijden.

De stad ligt aan twee rivieren – de Schuylkill en de Delaware – en beide zijn goed toegankelijk. Langs de Schuylkill River loopt een uitstekend fietspad dat je vanaf Center City richting het noorden voert, langs bruggen, universiteitsgebouwen en uitzichtpunten. In de vroege ochtend joggen hier veel locals, in het weekend zie je gezinnen picknicken aan het water.

Voor wie vogels wil spotten of gewoon even echt uit de stad wil zijn, is John Heinz National Wildlife Refuge bij Tinicum een verrassend rustige plek. Je staat binnen 25 minuten rijden van downtown Philadelphia in een moerasachtig natuurgebied met vlonders, watervogels, libellen en stilte – een totaal ander Amerika dan dat van Liberty Bell en cheesesteaks.

Ook de Morris Arboretum, net buiten de stad, is een aanrader. Vooral in de lente en herfst is dit een fijne plek voor een rustige wandeling langs oude bomen, planten uit de hele wereld en doorkijkjes over het heuvelachtige landschap van Pennsylvania.

Bezienswaardigheden in en rond Philadelphia

Je bezoek begint meestal in het Independence National Historical Park, met de Liberty Bell, Independence Hall en het Constitution Center. Deze liggen allemaal op loopafstand van elkaar, en je hoeft geen geschiedenisfanaat te zijn om het interessant te vinden. De schaal is klein, de verhalen groot – en juist dat werkt.

Voor kunstliefhebbers is het Philadelphia Museum of Art de bekendste naam, maar de Barnes Foundation verdient minstens zoveel aandacht. Hier hangt een van de beste privécollecties impressionisten en moderne kunst, gehangen op een manier die bewust afwijkt van wat je gewend bent. Compact, eigenwijs en verrassend goed.

Een museum met een compleet andere insteek is het Mütter Museum, dat medische geschiedenis toont op een manier die zowel leerzaam als licht ongemakkelijk is. Schedels, oude instrumenten, medische curiositeiten – zeker niet voor iedereen, maar wel uniek.

Buiten het centrum zijn er meerdere dagtrips mogelijk. Zoals het eerdergenoemde John Heinz Refuge, of Valley Forge National Historical Park, waar je overblijfselen vindt van het winterkamp van George Washington en wandelpaden door heuvelachtig bosgebied. Ook Longwood Gardens, op ongeveer een uur rijden, is een indrukwekkende botanische tuin met fonteinen, kassen en seizoensgebonden bloemenpracht.

En dan is er nog het Magic Gardens-project op South Street: een kleurrijk, chaotisch geheel van mozaïeken, spiegels, keramiek en gevonden voorwerpen dat zich uitstrekt over een heel huizenblok. Je kunt het bekijken als museum, maar eigenlijk voelt het meer als een droom waar je doorheen loopt.

Van koloniale pleinen naar het Amerikaanse platteland of de kust

Philadelphia ligt strategisch tussen enkele van de bekendste regio’s van het noordoosten. Daardoor is het een ideaal startpunt, tussenstation of rustpunt tijdens je reis. Welke kant je ook op reist, er liggen verrassend verschillende ervaringen op relatief korte afstand van elkaar.

Een logische volgende stap is richting het westen, naar Lancaster Pennsylvania, op nog geen twee uur rijden. Je gaat hier van stad naar platteland, waar je tussen de boerderijen en buggy’s belandt. Een ideale plek om een rustiger tempo te vinden. Je overnacht in een bed & breakfast midden in het groen of op een kleinschalige boerderij. Onderweg kun je stoppen in dorpen met namen als Bird-in-Hand en Intercourse, waar tijd een ander ritme lijkt te hebben.

Als je liever richting de kust rijdt, zijn de stranden van New Jersey goed bereikbaar. Binnen anderhalf tot twee uur sta je in plaatsen als Cape May, Ocean City of Asbury Park. Vooral Cape May is een sfeervolle optie: pastelkleurige villa’s, een levendige boardwalk en rustige stranden maken dit tot een fijne stop voor een of twee nachten. Overnachten doe je hier in historische guesthouses of in kleine hotels met veranda’s waar je bij zonsondergang de zee hoort.

Voor wie liever de natuur in trekt, ligt Valley Forge op slechts 40 minuten rijden. Dit nationale historische park is meer dan een monument: het is ook een groot wandel- en fietsgebied met uitzicht op rollende heuvels, bosrijke paden en koloniale overblijfselen. Je kunt hier een middag blijven of een nacht doorbrengen in de omgeving, in een eenvoudige lodge of een boetiekhotel in King of Prussia, net buiten het park.

Rij je zuidwaarts, dan ligt Baltimore binnen twee uur van Philadelphia. Deze stad is kleiner en compacter, met een levendige haven, een sterke muziekscene en enkele verrassende musea. De sfeer is anders dan in Philly: wat gemoedelijker, maar ook een tikkeltje ruiger. Je kunt hier prima één nacht blijven, bijvoorbeeld in het historische wijkje Fell’s Point.

Vanaf daar is het nog maar een korte rit naar Washington DC, waar je makkelijk meerdere dagen doorbrengt. De musea van het Smithsonian zijn gratis toegankelijk, het aanbod is overweldigend, en de stad zelf is veel groener en rustiger dan veel mensen verwachten. Je verblijft hier het beste in Dupont Circle of Capitol Hill, waar je dichtbij zit maar toch weg bent van de grootste drukte.

Een andere logische route is richting het noorden, naar New York City, op zo’n tweeënhalf uur rijden of iets minder met de trein. Onderweg kun je een stop maken in Princeton, waar je een wandeling maakt over de klassieke campus en een kop koffie haalt tussen de studenten. Aangekomen in New York ga je van de ene wereld naar de andere: een stad die in alles groter, drukker en directer is. Juist na een paar dagen Philly zie je het verschil extra scherp. Wil je de stad in alle rust beleven, kies dan voor een hotel in Brooklyn of op Manhattan net buiten Midtown.

Voor reizigers met meer tijd is ook New England goed te combineren met Philadelphia. Rijd via de kustroute naar steden als New Haven, Providence of Boston, en ontdek daar een mix van koloniale geschiedenis, havenstadjes en bosrijke binnenlanden. Elke regio biedt weer een ander accent, met Philadelphia als een soort nuchter startpunt dat verrassend veel kleur gaf aan het begin van je reis.

Welke kant je ook kiest, het fijne aan Philadelphia is dat het je de tijd geeft om op gang te komen. Je stapt hier niet meteen in het Amerika van glitter en schreeuwende billboards, maar in een stad die leeft, werkt en zich niet anders voordoet dan ze is. En dat is een bijzonder goede basis voor elke rondreis.