Van staal naar software – Pittsburgh in beweging

Pittsburgh heeft een industrieel verleden waar je niet omheen kunt, maar waar de stad inmiddels allang niet meer op leunt. Ooit draaide hier alles om staalproductie. In de 19e en 20e eeuw groeide de stad uit tot een van de belangrijkste industriële knooppunten van de Verenigde Staten. Rook, vuur, arbeid en vakbonden bepaalden decennialang het ritme van het dagelijks leven. Toen de staalindustrie in de jaren zeventig en tachtig instortte, kreeg Pittsburgh het zwaar. Fabrieken sloten, mensen trokken weg, en het leek alsof de stad definitief aan de zijlijn zou belanden.

Maar Pittsburgh koos voor een andere koers. In plaats van nostalgie koos men voor toekomst. Dankzij de aanwezigheid van universiteiten zoals Carnegie Mellon en University of Pittsburgh, groeide de stad uit tot een centrum voor technologie, gezondheidszorg en robotica. Google, Uber, Duolingo: ze hebben hier een stevige voet aan de grond. Het resultaat is een stad die nog steeds herkenbaar is aan z’n bruggen, baksteen en staal, maar waar ondertussen code wordt geschreven in oude fabriekspanden en medische innovaties ontstaan in research labs op de heuvels.

Wat Pittsburgh sterk maakt, is dat die verandering nooit ten koste is gegaan van de eigen identiteit. Je merkt aan alles dat de stad liever bouwt met wat ze al heeft dan iets compleet nieuws uit de grond te stampen. En juist daardoor voelt het nergens gekunsteld aan.

Stadsdelen met een eigen smoel

Pittsburgh bestaat uit tientallen wijken die elk hun eigen karakter hebben. Je hoeft de stad niet uit om het gevoel te hebben dat je van omgeving wisselt. Een goed voorbeeld is Lawrenceville, ten noordoosten van downtown. Vroeger een arbeiderswijk, nu een broedplaats van jonge ondernemers. Je vindt er fietsenmakers, platenzaken, onafhankelijke koffiebars en kleine restaurants waar je aanschuift zonder pretenties. Alles op loopafstand van elkaar en met veel aandacht voor detail.

In The Strip District gaat het meer om eten en historie. Hier stonden vroeger de overslagloodsen van de stad. Nu loop je er langs marktkramen, lokale delicatessenwinkels, groothandels en Italiaanse speciaalzaken. Je kunt er ontbijten met een stevige sandwich, een zak vers gebrande koffiebonen kopen of gewoon kijken hoe het dagelijks leven voorbij trekt.

Ook Squirrel Hill is de moeite waard, met zijn grote Joodse gemeenschap, boekhandels en rustige sfeer. Of Mexican War Streets in North Side, een wijk met goed bewaarde 19e-eeuwse huizen en rustige straten. Hier vind je ook het Mattress Factory museum: een plek voor hedendaagse installaties en kunstenaars die letterlijk kamers en gebouwen gebruiken als canvas.

Wat je in al die wijken merkt, is dat je nergens in een ‘toeristenbubbel’ terechtkomt. Je loopt gewoon tussen de mensen die hier wonen, werken, koffie drinken, en op zaterdag naar de markt gaan.

Groen waar je het niet altijd verwacht

Voor een stad met een stevig industrieel verleden is Pittsburgh verrassend groen. De stad ligt in een heuvelachtig gebied waar woonwijken worden afgewisseld met bossen, parken en rivieroevers. Frick Park, in het oosten van de stad, is het grootste aaneengesloten natuurgebied van Pittsburgh. Je loopt er over schaduwrijke paden, ziet regelmatig herten en eekhoorns, en kunt met gemak een middag wandelen zonder constant stadsgeluid op de achtergrond.

Ook Highland Park, met z’n historische watertoren en wandelroutes rond het reservaat, is een fijne plek om de stad even te ontvluchten. Wil je dichter bij downtown blijven, dan is er Point State Park, op het punt waar de drie rivieren samenkomen. Hier staat een enorme fontein, maar belangrijker nog: je kijkt er in alle richtingen uit over bruggen, water, de skyline en Mount Washington.

Langs de rivieren loopt de Three Rivers Heritage Trail, een goed onderhouden netwerk van fietspaden en wandelroutes. Ideaal voor wie de stad in eigen tempo wil bekijken, zonder zich tussen het verkeer te hoeven mengen. En het levert mooie uitzichten op, zeker in de vroege ochtend of vlak voor zonsondergang.

Wie verder wil, kan richting Raccoon Creek State Park, op nog geen uur rijden. Een uitgestrekt natuurgebied met meren, bossen en kampeerplekken. Geen nationale park-allure, maar wel toegankelijk, rustig en ongerept genoeg voor een dag of twee natuur.

Bezienswaardigheden in en rond Pittsburgh

Een bezoek aan Pittsburgh begint vaak met het uitzicht vanaf Mount Washington. De beste manier om daar te komen is met de Duquesne Incline of de Monongahela Incline, twee historische kabelspoorbanen die nog steeds werken. Boven wacht een promenade met zicht op de skyline, de rivieren en de bruggen. Het is geen geheim, maar wel terecht populair.

Het Andy Warhol Museum is een van de bekendste musea van de stad. Het zit in een oud pakhuis aan de rivier en beslaat zeven verdiepingen met kunst, films, objecten en tijdelijke tentoonstellingen. Zelfs als je Warhol niet direct aanspreekt, is de presentatie en de locatie de moeite waard.

Een ander opvallend museum is het Carnegie Museum of Art, gecombineerd met het Museum of Natural History. Je loopt hier van Europese schilderijen naar een zaal vol dinosaurusskeletten, en dat werkt verrassend goed. Voor wie iets anders wil, is er het Mütter Museum voor medische geschiedenis, of het Heinz History Center, dat de sociale en industriële geschiedenis van de regio laat zien.

Voor wie graag een sportwedstrijd meepakt: in PNC Park (honkbal) of Acrisure Stadium (football) zit je goed. Zelfs als je geen sportfan bent, is de sfeer rond een wedstrijd vaak reden genoeg om een kaartje te kopen. De stad leeft mee en het is een prima manier om locals te ontmoeten.

Tot slot: wie buiten de stad wil kijken, kan richting Fallingwater, het beroemde huis van architect Frank Lloyd Wright, op anderhalf uur rijden. Gebouwd boven een waterval, midden in de bossen. Tickets reserveer je best op tijd, maar het is absoluut de moeite waard voor architectuur- en natuurliefhebbers.

Van industriestad naar landelijke rust, universiteitssteden of natuurlijke schoonheid

Pittsburgh ligt wat verder van de klassieke oostkustroute, maar juist dat maakt het interessant als tussenstop of startpunt van een rondreis door het oosten of midden van de Verenigde Staten. Binnen een paar uur rijd je van stedelijke dynamiek naar heuvels, bossen of een kleine universiteitsstad waar het leven net wat langzamer gaat.

Een logische eerste stop is Ohiopyle State Park, op iets meer dan een uur rijden ten zuidoosten van Pittsburgh. Dit is een groen gebied met watervallen, bossen en de Youghiogheny River, waar je kunt raften, hiken of gewoon een middag wandelen. Je verblijft hier in een eenvoudige lodge, een blokhut of een natuurcamping. Onderweg passeer je Fallingwater, het beroemde huis van Frank Lloyd Wright, dat in de bossen over een beek is gebouwd. Een plek die zelfs voor architectuursceptici indruk maakt.

Reis je oostwaarts, dan ligt State College, de thuisbasis van Penn State University, op ongeveer drie uur rijden. Het is een typisch Amerikaanse universiteitsstad met een compacte binnenstad, studentenleven, cafés en boekwinkels. Geen must-see bestemming, maar wél een fijne tussenstop als je door centraal Pennsylvania rijdt. Overnachten kan in een kleinschalig hotel of in een eenvoudige B&B net buiten de campus.

Rij je in noordelijke richting, dan bereik je na zo’n drie uur de stad Erie, gelegen aan het gelijknamige meer. Dit is een bescheiden badplaats met een groot strandgebied (Presque Isle State Park) en een ontspannen sfeer. In de zomermaanden kun je hier wandelen langs het water, een boottocht maken of gewoon uitwaaien. Het is geen bestemming waar je dagen blijft, maar als rustige stop aan het meer is het een goede aanvulling op het stedelijke Pittsburgh.

Wie richting het oosten rijdt, kan via de Pennsylvania Turnpike in ongeveer vijf uur Philadelphia bereiken. Je doorkruist onderweg de bosrijke gebieden van de Appalachian Mountains, en als je de tijd hebt, loont het om onderweg te pauzeren bij kleine plaatsjes zoals Bedford of Gettysburg, met name dat laatste is interessant voor wie meer wil leren over de Amerikaanse Burgeroorlog. In Gettysburg kun je overnachten in een historische herberg of een kleinschalig hotel vlak bij het slagveld.

Richting het zuidoosten ligt Washington DC op iets meer dan vier uur rijden. Je rijdt door landelijke delen van Pennsylvania en Maryland, en komt aan in een totaal andere omgeving: brede lanen, monumentale gebouwen, en een indrukwekkende museumcollectie. Een perfecte tegenhanger van Pittsburgh’s compacte, industriële karakter. Je kunt overnachten in Georgetown, Capitol Hill of net buiten het centrum in rustige woonwijken met goede ov-verbindingen.

Een andere optie is om Pittsburgh op te nemen in een langere route door het Midwesten van de Verenigde Staten. Denk aan een rit westwaarts richting Columbus en Cincinnati in Ohio, of zelfs door naar Chicago als je meer tijd hebt. Pittsburgh ligt dan als logische oostelijke ‘instap’ in een route die steden, natuur en kleine tussenstops combineert. Je rijdt dan langs de Ohio River en ervaart een deel van het land dat vaak buiten de standaardroutes valt, maar veel vertelt over het echte, alledaagse Amerika.

Wat je vervolg ook is, Pittsburgh voelt als een goed start- of eindpunt. De stad is groot genoeg voor een paar dagen vol cultuur, eten en uitzicht, maar compact genoeg om niet te overweldigen. En de ligging, tussen de bossen, heuvels en rivieren, zorgt ervoor dat je vanuit hier makkelijk alle kanten op kunt.